5. Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
Bedragen x € 1 miljoen
31-12-2022 | 01-01-2022 | 31-12-2021 | |
---|---|---|---|
Vorderingen op openbare lichamen | 31,1 | 25,3 | 25,3 |
Verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden | - | - | - |
Overige verstrekte kasgeldleningen | 1,2 | 1,3 | 1,3 |
Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd < 1 jaar | - | - | - |
Rekening-courantverhouding met het Rijk | - | - | - |
Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen | - | - | - |
Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd < 1 jaar | - | - | - |
Overige vorderingen | 6,2 | 6,8 | 6,8 |
Overige uitzettingen | 13,5 | 10,4 | 10,4 |
52,0 | 43,8 | 43,8 |
Vorderingen op openbare lichamen bestaan voornamelijk uit een vordering op de belastingdienst van € 24,5 miljoen (2021 € 22,0 miljoen) in het kader van het BTW-compensatiefonds (BCF). Daarnaast zijn opgenomen een vordering op het ministerie van BZK inzake de algemene uitkering van € 5,8 miljoen (2021: € 2,4 miljoen), een vordering op de belastingdienst inzake de VPB van € 0,5 miljoen (2021: € 0,7 miljoen). De overige vorderingen betreffen belastingdebiteuren € 6,2 miljoen (2021: € 6,8 miljoen).
De overige uitzettingen bevatten de debiteuren ten bedragen van € 20,6 miljoen (2021: € 18,1 miljoen). Op het saldo van de debiteuren is een bedrag van € 7,1 miljoen (2021: € 7,7 miljoen) uit hoofde van voorzichtigheid voor oninbaarheid in mindering gebracht.